Vanaf het Friese platteland vocht Yntze Hoekstra zich omhoog naar het op zeven na grootste notariskantoor van Nederland. Nu heeft de wet hem als 70-jarige uit het notarisambt geschoven.

(TEKST JAAP HELLINGA)

Thuis in Katlijk hadden ze een transportbedrijf annex fouragehandel. Yntze Hoekstra (70) zag er niet zijn toekomst in. Na het gymnasium in Sneek koos hij voor een studie rechten in Groningen. Aanvankelijk om de advocatuur in te gaan. ,,Mar ik kaam in klerk tsjin, dy’t sei: ‘Dat moatst net dwaan’.’’ Advocaten, zo kreeg de aankomend jurist te horen, moeten altijd op het scherpst van de snee procederen. Daardoor zijn ze vaak voor hun 50ste al opgebrand. Een notaris daarentegen, is een compromisfiguur. Die heeft minder stress. Zo belandde Hoekstra in de wereld van testamenten en koopakten.

Tot voor kort leidde hij een van de grotere notariskantoren van Nederland. Met tien notarissen enZestien kandidaten staat Hoekstra en Partners Notarissen op acht in de top dertig. Er werken ruim honderd mensen, verdeeld over Sint Nicolaasga, Leeuwarden, Groningen, Zwolle, Utrecht en Tilburg.  ,,Ik hie jild genôch, mar ik woe mysels bewize’’, zo verklaart Hoekstra zijn uitbreidingsdrang. Daarbij volgde hij het voorbeeld van supermarktketen Jumbo: zo veel mogelijk filialen om de omzet op te krikken. Zijn keuze viel op steden met een universiteit en een groot ziekenhuis. Daar wonen genoeg kapitaalkrachtige mensen om ook de magere jaren te kunnen doorstaan. Bij zijn voorganger in Langweer, Reinardus Mulder, passeerden jaarlijks zo’n 375 akten. Hoekstra kwam bij zijn pensioen op 150.000 akten uit, zo’n 3750 per jaar.

KOEIEN MELKEN

Het gros van zijn vakgenoten stopt rond hun 65ste. Hoekstra wist dat nog vijf jaar uit te stellen. De wet schrijft echter voor dat notarissen, evenals rechters en burgemeesters, niet na hun 70ste mogen doorwerken. Op 31 augustus tekende de jurist zijn laatste akte, een levenstestament voor een vrijgezel in Tilburg. ,,Myn kardiolooch seit dat ik oan de gong bliuwe moat’’, vertelt Hoekstra. Daarom helpt hij zijn kleinzoon bij het opzetten van diens bouwbedrijf Meeuwes Yntzes Bouw. De zeventiger wil ook weer op de vrachtwagen voor het transportbedrijf van zijn neef. Al voor zijn pensioen combineerde hij zijn notariswerk met het melken van vierhonderd koeien op de boerderij van zijn schoonzoon in Jubbega. De melkende notaris verschilde al van de rest, toen hij nog in Groningen studeerde. Hoekstra kwam uit een milieu van boerenondernemers, zijn studiegenoten waren vaak kinderen van bankiers, artsen en hoge ambtenaren. ,,Faak ek noch út it Westen.’’ De twintiger leerde ze kennen bij Vindicat atque Polit, de studentenclub die momenteel weer eens onder vuur ligt. Hoekstra vertelt dat ze bij Vindicat soms honderd biertjes bij de Chinees bestelden. Niet om allemaal op te drinken, maar als grap. Toch diende die joligheid ook een serieus doel. ,,Myn heit sei altyd: ‘Do moast de hiele maatskippij kinne. Dus ek de etikette fan de elite’.’’ Die kennis was bij Vindicat ruim voorradig. ,,Ik ha der yn myn karriêre in soad oan hân. Ik koe minsken tot yn Den Haach en Brussel.’’

Na zijn studie trad Hoekstra in dienst bij notaris Rudolf Peter Brands in Gorredijk. Voor zijn eerste klus moest hij als kandidaatnotaris toezien op een kluiskraak. Om een akte van depot te kunnen inzien, werd in de plaatselijke Rabobank de snijbrander in een Lipskluis gezet. De stap naar een eigen notarispraktijk bleek moeilijk. ,,Ik moast my oeral ynfechtsje, ik wist fan niks.’’ Toen hij voor een vacature in Utrecht opteerde, werd Hoekstra met enig dedain afgewezen. ,,In Fries yn Utrecht? Ik hie gjin skyn fan kâns.’’

IDEAALBEELD

De vorige notariswet, een relict uit de Napoleontische tijd, maakte het mogelijk dat de baantjes onderling konden worden verdeeld, zo vertelt Hoekstra. Niet alleen de minister, de rechtbankpresident en de hoofdofficier moesten over zo’n notarisbenoeming oordelen, ook de voorzitter van de plaatselijke kring van notarissen. Toekomstige concurrenten hadden dus een stem in je aanstelling, verduidelijkt Hoekstra. De man uit Katlijk paste niet in hun ideaalbeeld. Hij zat voor het CDA in de gemeenteraad van Heerenveen en was bovendien bestuursvoorzitter van een Rabobank. In notariskringen twijfelden ze aan zijn onpartijdigheid. Volkomen onzin, vindt Hoekstra. Uiteindelijk kreeg hij in 1992 de praktijk van notaris Mulder in Langweer toegewezen. Bij zijn benoeming vertrouwde commissaris van de koningin Hans Wiegel hem toe: ,,Het is geen vetpot, je vrouw zal er wel iets naast moeten gaan doen.’’ Baukje Hooghiemstra, Hoekstra noemt haar ,,myn anker’’, zou zich vanaf het begin met het notariskantoor bemoeien. Zij waakte over de geldstromen.
Samen pakten ze de notariszaken met een voor die tijd ongewone voortvarendheid aan. Als Hoekstra een woning te koop zag staan, bood hij zijn diensten alvast aan. Bovendien ijverde hij voor de uitbreiding van zijn werkgebied. Allereerst verhuisde de notaris zijn praktijk naar het veel grotere Sint Nicolaasga. ,,Ik bin in kommersjele ûndernimmer, dat wiene se yn it notariaat hielendal net wend.’’

NIEUWLICHTERIJ

Collega-notarissen als Jan Harmsma in Joure en Henk Vellinga in Gorredijk zagen die nieuwlichterij met lede ogen aan. Toen de concurrent zich in hun territoria waagde, bestookten collega’s hem met klachtenprocedures. Dat leverde Hoekstra diverse berispingen op. ,,Ik bleau der stoisynsk ûnder’’, zegt de dissident. Veel morele steun haalde hij uit zijn vrijwilligerswerk voor de kerk en maatschappelijke organisaties. Ondertussen procedeerde de diepreligieuze Hoekstra verder. Zo ontdekte hij dat het gerechtshof in Amsterdam vaak veel luchtiger tegen dat Friese gekrakeel aankeek.

Van zijn ongenoegen over de ,,kleingeestige’’ tegenwerking maakte Hoekstra geen geheim. ,,Do moatst foar dyn miening útkomme kinne.’’ Nog steeds neemt hij geen blad voor de mond. Dat notarissen hun klanten moeten screenen op criminele achtergronden? Onzin, vindt Hoekstra. ,,Dat is wurk foar de plysje.’’ Toen een raadsmeerderheid in 1991 de weg naar het homohuwelijk probeerde te effenen, noemde de CDA’er dat ,,een pure blamage’’ voor Heerenveen. Hoe Hoekstra nu op dat standpunt terugkijkt? ,,Dat wie doe puur fanút myn geloof. Ik tink der no wol oars oer.’’ Hij lacht. ,,Sa giet dat dan, saken feroarje.’’ Bij zijn notariskantoren staan inmiddels duizenden partnerschappen voor homo’s en hetero’s geregistreerd.

CAMBUUR-EFFECT

Zo sneuvelden er wel meer ideeën. Bijvoorbeeld dat Friezen harder werken dan de rest van Nederland. Hoekstra ontdekte dat zijn medewerkers in Utrecht meestal tot negen uur ‘s avonds doorwerken. De klanten daar tekenen hun akte het liefst even snel aan de balie, want druk, druk, druk. In het ,,bourgondyske’’ Tilburg trekken ze voor het moment bij de notaris het liefst een hele dag uit. ,,Dêr meitsje se der in soarte fan karnaval fan, mei bier en sjampanje.’’ Leeuwarders veinzen vaak onverschilligheid. ,,It Cambuureffect.’’

Volgend jaar publiceert Hoekstra zijn memoires. Over het verstopte kapitaal in een sterfhuis, ruziënde erfgenamen en het kippenvelmoment van dertig paarden die in de wei bij de kist van hun overleden baas afscheid namen. ,,It is prachtich wurk’’, zegt de notaris in ruste.  ,,As ik it allegearre opnij dwaan moast, soe ik it wer sa dwaan.’’

Notariaat

is vooral vrouwenwerk. Nederland telt 776 notariskantoren, met in totaal zo’n 8200 medewerkers. Friesland, Groningen en Drenthe hebben elk 3 procent in dienst. Vrouwen zijn in de meerderheid, maar dat geldt dan weer niet voor het ambt zelf. Van de 1253 notarissen zijn er 904 man. Het notariswerk bestaat vooral uit het opstellen van testamenten, wilsbeschikkingen en hypotheekakten. In het eerste kwartaal van dit jaar groeide het aantal gepasseerde akten met 11 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In de eerste maanden van 2021 passeerden 490.846 akten, waarvan 18.753 in Friesland. Koplopers zijn Noord-Brabant (74.451 akten), Noord-Holland (87.136 akten) en Zuid-Holland (91.193) akten.

Bron: Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie

[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]

Vanaf het Friese platteland vocht Yntze Hoekstra zich omhoog naar het op zeven na grootste notariskantoor van Nederland. Nu heeft de wet hem als 70-jarige uit het notarisambt geschoven.

(TEKST JAAP HELLINGA)

Thuis in Katlijk hadden ze een transportbedrijf annex fouragehandel. Yntze Hoekstra (70) zag er niet zijn toekomst in. Na het gymnasium in Sneek koos hij voor een studie rechten in Groningen. Aanvankelijk om de advocatuur in te gaan. ,,Mar ik kaam in klerk tsjin, dy’t sei: ‘Dat moatst net dwaan’.’’ Advocaten, zo kreeg de aankomend jurist te horen, moeten altijd op het scherpst van de snee procederen. Daardoor zijn ze vaak voor hun 50ste al opgebrand. Een notaris daarentegen, is een compromisfiguur. Die heeft minder stress. Zo belandde Hoekstra in de wereld van testamenten en koopakten.

Tot voor kort leidde hij een van de grotere notariskantoren van Nederland. Met tien notarissen enZestien kandidaten staat Hoekstra en Partners Notarissen op acht in de top dertig. Er werken ruim honderd mensen, verdeeld over Sint Nicolaasga, Leeuwarden, Groningen, Zwolle, Utrecht en Tilburg.  ,,Ik hie jild genôch, mar ik woe mysels bewize’’, zo verklaart Hoekstra zijn uitbreidingsdrang. Daarbij volgde hij het voorbeeld van supermarktketen Jumbo: zo veel mogelijk filialen om de omzet op te krikken. Zijn keuze viel op steden met een universiteit en een groot ziekenhuis. Daar wonen genoeg kapitaalkrachtige mensen om ook de magere jaren te kunnen doorstaan. Bij zijn voorganger in Langweer, Reinardus Mulder, passeerden jaarlijks zo’n 375 akten. Hoekstra kwam bij zijn pensioen op 150.000 akten uit, zo’n 3750 per jaar.

KOEIEN MELKEN

Het gros van zijn vakgenoten stopt rond hun 65ste. Hoekstra wist dat nog vijf jaar uit te stellen. De wet schrijft echter voor dat notarissen, evenals rechters en burgemeesters, niet na hun 70ste mogen doorwerken. Op 31 augustus tekende de jurist zijn laatste akte, een levenstestament voor een vrijgezel in Tilburg. ,,Myn kardiolooch seit dat ik oan de gong bliuwe moat’’, vertelt Hoekstra. Daarom helpt hij zijn kleinzoon bij het opzetten van diens bouwbedrijf Meeuwes Yntzes Bouw. De zeventiger wil ook weer op de vrachtwagen voor het transportbedrijf van zijn neef. Al voor zijn pensioen combineerde hij zijn notariswerk met het melken van vierhonderd koeien op de boerderij van zijn schoonzoon in Jubbega. De melkende notaris verschilde al van de rest, toen hij nog in Groningen studeerde. Hoekstra kwam uit een milieu van boerenondernemers, zijn studiegenoten waren vaak kinderen van bankiers, artsen en hoge ambtenaren. ,,Faak ek noch út it Westen.’’ De twintiger leerde ze kennen bij Vindicat atque Polit, de studentenclub die momenteel weer eens onder vuur ligt. Hoekstra vertelt dat ze bij Vindicat soms honderd biertjes bij de Chinees bestelden. Niet om allemaal op te drinken, maar als grap. Toch diende die joligheid ook een serieus doel. ,,Myn heit sei altyd: ‘Do moast de hiele maatskippij kinne. Dus ek de etikette fan de elite’.’’ Die kennis was bij Vindicat ruim voorradig. ,,Ik ha der yn myn karriêre in soad oan hân. Ik koe minsken tot yn Den Haach en Brussel.’’

Na zijn studie trad Hoekstra in dienst bij notaris Rudolf Peter Brands in Gorredijk. Voor zijn eerste klus moest hij als kandidaatnotaris toezien op een kluiskraak. Om een akte van depot te kunnen inzien, werd in de plaatselijke Rabobank de snijbrander in een Lipskluis gezet. De stap naar een eigen notarispraktijk bleek moeilijk. ,,Ik moast my oeral ynfechtsje, ik wist fan niks.’’ Toen hij voor een vacature in Utrecht opteerde, werd Hoekstra met enig dedain afgewezen. ,,In Fries yn Utrecht? Ik hie gjin skyn fan kâns.’’

IDEAALBEELD

De vorige notariswet, een relict uit de Napoleontische tijd, maakte het mogelijk dat de baantjes onderling konden worden verdeeld, zo vertelt Hoekstra. Niet alleen de minister, de rechtbankpresident en de hoofdofficier moesten over zo’n notarisbenoeming oordelen, ook de voorzitter van de plaatselijke kring van notarissen. Toekomstige concurrenten hadden dus een stem in je aanstelling, verduidelijkt Hoekstra. De man uit Katlijk paste niet in hun ideaalbeeld. Hij zat voor het CDA in de gemeenteraad van Heerenveen en was bovendien bestuursvoorzitter van een Rabobank. In notariskringen twijfelden ze aan zijn onpartijdigheid. Volkomen onzin, vindt Hoekstra. Uiteindelijk kreeg hij in 1992 de praktijk van notaris Mulder in Langweer toegewezen. Bij zijn benoeming vertrouwde commissaris van de koningin Hans Wiegel hem toe: ,,Het is geen vetpot, je vrouw zal er wel iets naast moeten gaan doen.’’ Baukje Hooghiemstra, Hoekstra noemt haar ,,myn anker’’, zou zich vanaf het begin met het notariskantoor bemoeien. Zij waakte over de geldstromen.
Samen pakten ze de notariszaken met een voor die tijd ongewone voortvarendheid aan. Als Hoekstra een woning te koop zag staan, bood hij zijn diensten alvast aan. Bovendien ijverde hij voor de uitbreiding van zijn werkgebied. Allereerst verhuisde de notaris zijn praktijk naar het veel grotere Sint Nicolaasga. ,,Ik bin in kommersjele ûndernimmer, dat wiene se yn it notariaat hielendal net wend.’’

NIEUWLICHTERIJ

Collega-notarissen als Jan Harmsma in Joure en Henk Vellinga in Gorredijk zagen die nieuwlichterij met lede ogen aan. Toen de concurrent zich in hun territoria waagde, bestookten collega’s hem met klachtenprocedures. Dat leverde Hoekstra diverse berispingen op. ,,Ik bleau der stoisynsk ûnder’’, zegt de dissident. Veel morele steun haalde hij uit zijn vrijwilligerswerk voor de kerk en maatschappelijke organisaties. Ondertussen procedeerde de diepreligieuze Hoekstra verder. Zo ontdekte hij dat het gerechtshof in Amsterdam vaak veel luchtiger tegen dat Friese gekrakeel aankeek.

Van zijn ongenoegen over de ,,kleingeestige’’ tegenwerking maakte Hoekstra geen geheim. ,,Do moatst foar dyn miening útkomme kinne.’’ Nog steeds neemt hij geen blad voor de mond. Dat notarissen hun klanten moeten screenen op criminele achtergronden? Onzin, vindt Hoekstra. ,,Dat is wurk foar de plysje.’’ Toen een raadsmeerderheid in 1991 de weg naar het homohuwelijk probeerde te effenen, noemde de CDA’er dat ,,een pure blamage’’ voor Heerenveen. Hoe Hoekstra nu op dat standpunt terugkijkt? ,,Dat wie doe puur fanút myn geloof. Ik tink der no wol oars oer.’’ Hij lacht. ,,Sa giet dat dan, saken feroarje.’’ Bij zijn notariskantoren staan inmiddels duizenden partnerschappen voor homo’s en hetero’s geregistreerd.

CAMBUUR-EFFECT

Zo sneuvelden er wel meer ideeën. Bijvoorbeeld dat Friezen harder werken dan de rest van Nederland. Hoekstra ontdekte dat zijn medewerkers in Utrecht meestal tot negen uur ‘s avonds doorwerken. De klanten daar tekenen hun akte het liefst even snel aan de balie, want druk, druk, druk. In het ,,bourgondyske’’ Tilburg trekken ze voor het moment bij de notaris het liefst een hele dag uit. ,,Dêr meitsje se der in soarte fan karnaval fan, mei bier en sjampanje.’’ Leeuwarders veinzen vaak onverschilligheid. ,,It Cambuureffect.’’

Volgend jaar publiceert Hoekstra zijn memoires. Over het verstopte kapitaal in een sterfhuis, ruziënde erfgenamen en het kippenvelmoment van dertig paarden die in de wei bij de kist van hun overleden baas afscheid namen. ,,It is prachtich wurk’’, zegt de notaris in ruste.  ,,As ik it allegearre opnij dwaan moast, soe ik it wer sa dwaan.’’

Notariaat

is vooral vrouwenwerk. Nederland telt 776 notariskantoren, met in totaal zo’n 8200 medewerkers. Friesland, Groningen en Drenthe hebben elk 3 procent in dienst. Vrouwen zijn in de meerderheid, maar dat geldt dan weer niet voor het ambt zelf. Van de 1253 notarissen zijn er 904 man. Het notariswerk bestaat vooral uit het opstellen van testamenten, wilsbeschikkingen en hypotheekakten. In het eerste kwartaal van dit jaar groeide het aantal gepasseerde akten met 11 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In de eerste maanden van 2021 passeerden 490.846 akten, waarvan 18.753 in Friesland. Koplopers zijn Noord-Brabant (74.451 akten), Noord-Holland (87.136 akten) en Zuid-Holland (91.193) akten.

Bron: Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie